Onze energietransitie levert veel geld op

Kopieer dit succes; voorkom fouten


Onze totale energiekosten daalden tot minder dan anderhalve euro per dag. Het was niet eens heel ingewikkeld om dit resultaat te bereiken.
De energietransitie levert ons meer op dan die kostte. Wij staan nu 1.500 euro in de plus. Per jaar! Veel mensen vragen zich af hoe dat kan. Daarom delen we nu onze keuzes, kosten en opbrengsten. En natuurlijk ook: wat we nog slimmer hadden kunnen doen.

Het begint voorjaar 2011. Aan gas en elektra gaven we toen nog € 1.960,- per jaar uit, voor 3.500 kWh en 1.865 m3 gas. En we eindigen in 2021. In tien jaar gingen we 80% minder gas stoken en ruim 40% minder stroom afnemen. We deden het stap voor stap, maar het had achteraf ook veel sneller gekund.

Daling energiekosten tot 2021

We hebben het over een tussenwoning uit de jaren ’30, dus niet zo supergoed geïsoleerd als moderne nieuwbouw, met oude, dikke radiatoren. Bovendien: we gebruiken dag en nacht energie, want we hebben kantoor aan huis. Daaraan zie je ook meteen: iedere situatie is anders en biedt daardoor eigen (on)mogelijkheden. Veel keuzes van ons zijn goed te kopiëren, andere zijn misschien minder logisch in jouw situatie.

We hebben ons traject onderverdeeld in deze hoofdstukjes:
1)
Dure ingrepen die we NIET hebben gedaan
2)
Zonneboiler: werkt al 30 jaar
3a)
Zelf stroom opwekken: zon
3b)
Zelf stroom opwekken: wind
4)
Windmolen valt vies tegen
5)
Isolatie! Waarom niet veeeel eerder?
6)
Warmetruiendag? Hoezo “dag”?
7)
De truc met het gordijn
8)
Kopen – terugverdienen – kopen – terugverdienen…  
9a)
Weer een cv-ketel?
9b)
Waarom nog steeds aardgas?
10)
Andere thermostaat, wereld van verschil
11)
Muren en deuren
12)
Doe meer met het weer!
13)
Invloed op gezondheid, op drie manieren
14)
CO2-neutraal en Paris Proof
15)
Totale kosten/baten

1) Dure ingrepen die we NIET hebben gedaan     

Waarom is dit relevant? En waarom beginnen we hiermee. Drie redenen:

  • het laat zien dat grote reductie van energie en CO2 heel goed mogelijk is zonder deze apparatuur/keuzes;
  • het bespaart veel kosten en maakt de energietransitie daardoor (zeer!) rendabel;
  • ‘spullen kopen’ is een grote vervuiler. Zelfs de allergrootste, volgens onderzoeken die (terecht!) kijken naar de hele keten van productie, distributie, marketing, et cetera. Dus als je met minder spullen ook je energiereductie kunt bereiken, dan is daar veel voor te zeggen.     

Wij hebben:

  • geen warmtepomp (ook niet hybride-versie)
  • lang niet overal HR++ glas
  • oude, zware radiatoren niet vervangen
  • geen infraroodpanelen (IR)
  • geen waterstof
  • geen inductiekookplaat
  • nog wel aardgas
  • geen aansluiting op duurzame oplossing voor de buurt, want die is hier niet.

Sommige van die keuzes hebben we grondig bestudeerd: op internet, praten met experts, panden bekeken waar het is toegepast. En toch niet gekozen.
(Op den duur willen wij graag van gas los, maar de tijd zal leren hoe en wanneer.)

2) Zonneboiler: werkt al 30 jaar
Zonneboiler

Al in 1990 lieten we één zonnepaneel op het dak plaatsen. Dat produceert warm water, dat we opslaan in een vat op zolder. Daarom heet zoiets ook wel zonneboiler. In ruim dertig jaar hebben we er één reparatie aan gehad. En sindsdien functioneert hij weer prima. Technisch gezien zit het ook heel simpel in elkaar.
Bij ons gaat dit warme water alleen naar de badkamer. Maar wil je er meer rendement uit halen, dan zou je het ook kunnen leiden naar de keuken, mits die niet te ver verwijderd is van het opslagvat. Of naar de wasmachine; dat vraagt in veel gevallen een schakelkastje, want er zijn helaas nog weinig wasmachines met een inlaat voor warm water.
Dit paneel kwam dus al ruim voor de periode waarin we de spectaculaire daling van onze energiekosten realiseerden. Dus het zit niet in de berekeningen daarover.
Overigens: de gemeente gaf in 1990 subsidie op zonneboilers, en dat is nog steeds zo.
Actuelere informatie over zonneboilers staat op deze pagina van Milieucentraal.

Overigens, we hadden moeten beginnen met isoleren van het hele huis. Maar dat wisten we toen nog niet. Isoleren komt verderop terug.


3a)
Zelf stroom opwekken: zon
stekkers

Natuurlijk wilden we ‘normale’ zonnepanelen plaatsen, voor het opwekken van stroom (vaak aangeduid met de letters PV). Maar in die tijd (rond 2012) gold voor zulke panelen: de prijzen dalen en de kwaliteit stijgt. Wachten loonde dus, maar niet wachten ook. Daarom werd het een compromis: wel beginnen, maar niet meteen het hele dak ermee bedekken (waar immers ook al een groot warmwaterpaneel lag). We namen er slechts drie (samen 600 Wp/550 kWh) voor een dak op het zuiden, waar geen schaduw op valt van bomen of bebouwing.
Anno nu zouden we dit natuurlijk niet meer zo doen. De prijs-kwaliteitverhouding van PV-panelen is inmiddels zo goed dat vrijwel iedereen meteen het gewenste aantal plaatst. Bovendien renderen ze nu zelfs ook op het westen en oosten.
Meer informatie over zonnepanelen o.a. op deze pagina van Milieu Centraal


3b)
Zelf stroom opwekken: wind
windmolen

Juist in die tijd ontstond een nieuw initiatief: particulieren konden lid worden van een coöperatie die een windmolen wilde kopen. Waarbij de energie-opbrengst van die molen verrekend zou worden met je energienota. Zodat de energie uit de molen op papier voor jou was. Dus heel anders dan bijvoorbeeld aandeelhouder worden, want hier zou je geen euro’s terugkrijgen voor je investering, maar kWh.
Daarbij: de molen bestond al en de huidige eigenaar had zich bereid verklaard om een nieuwe te bouwen, zodat de groene stroomproductie in Nederland zou toenemen. Dit plan sprak heel veel mensen aan, ook ons.
In totaal gaven we dat jaar € 2.400 uit aan eigen stroomopwekking uit zon en wind.

Informatie over huidige aanbieders van windmolenprojecten staat onder meer op de pagina Windenergie van Milieu Centraal. Maar lees ook even de volgende paragraaf…

4) Windmolen valt vies tegen

Even een sprong in de tijd, naar eind 2021. We hebben nu goed zicht op het werkelijke resultaat van eerdere investeringen. Komen de verwachtingen en beloftes uit? Gelukkig kunnen we volmondig “ja” zeggen. Grote uitzondering zijn onze aandelen in de windmolen. Er blijken nadelen aan te kleven:

  • “onze” molen haalt maar zelden het vooraf geschetste resultaat. Ons stukje van de molen zou een MWh/jaar moeten opleveren, maar die hoeveelheid wordt maar één keer geleverd. In negen jaar krijgen we gemiddeld zo’n 15 procent minder;
  • de verrekening van de windenergie is uitsluitend mogelijk via één energiemaatschappij. Als we bij die maatschappij weg willen, dan moeten we eerst onze aandelen in de molen verkopen. Dat kan wel, maar daar gaat veel tijd overheen, dus dit maakt ons inflexibel. Daar zijn vragen over gesteld aan de coöperatie van de windmolen, maar tevergeefs.

Teleurstellend.
Uiteraard zegt deze tegenvaller niets over andere windmolenprojecten (zie de link onderaan paragraaf 3b).


5)
Isolatie! Waarom niet veeeel eerder?
vloerisolatie

Pas in het vierde jaar kozen we voor betere isolatie. Achteraf hadden we dat meteen aan het begin al moeten doen. Want zo lang je daar mee wacht, ben je aan het “stoken voor de mussen”. Daarbij: de verhouding kosten/baten is bij isolatie ook nog eens erg gunstig. Maar… beter laat dan nooit.
Het werd vloerisolatie onder de woonkamer en gevelisolatie in de hele spouwmuur. Het dak niet, want dat was al jaren eerder geïsoleerd, toen de zolder kantoor werd, en valt dan ook buiten dit hele verhaal.  
Wel was de isolatie van vier ramen op kantoor “lek”. Daar vervingen we toen gewoon dubbel glas door HR++. Energetisch gezien zijn dit wellicht de belangrijkste ramen van het huis. Want de hele dag is er wel iemand op kantoor, ’s winters met de kachel aan, en nooit met (isolerende) gordijnen dicht.
Alle isolatie was net voor de winter gerealiseerd, dus dat merkten we goed. Het kostte bij elkaar ruim € 1.500 en de energierekening zakte verder, nu met ruim € 300.

Milieucentraal heeft een webpagina ‘Alles over isoleren’ met een ‘Isolatie-zelfscan’ en links naar – inderdaad – alle mogelijke soorten isolatie.

energiebesparing
6) Warmetruiendag? Hoezo “dag”?

Weer een jaar later gaan we experimenteren. We zien voor de zoveelste keer in de winter de jaarlijkse Warmetruiendag langskomen en denken: hoezo één dag? Waarom doen we niet gewoon de hele winter een warme trui aan? Zit ook nog heel lekker.
Misschien kan de thermostaat dan wel naar 18 graden. We gaan onze grens opzoeken. Het geeft een herwaardering voor dingen die iedereen al weet, maar…

Simpel voorbeeld: wij fietsen of wandelen elke dag minimaal een half uur in stevig tempo. En we sporten. Als je daarna thuiskomt, brandt het “interne kacheltje” in je lichaam volop. Daardoor voelt het in huis veel te warm. Het duurt soms wel een uur voor je de verwarming weer aan wilt hebben. Waarom zetten we de thermostaat dan niet lager voor vertrek?

Omgekeerd geldt: van stilzitten krijg je het kouder. Moet dan per se de thermostaat hoger? Nee. In de zithoek lagen al dekentjes en op zolder nu ook een omslagdoek. Die hebben onze voorkeur.

Warmetruiendag bestaat sinds 2006 en de organisatie zegt dat er 200.000 mensen aan meedoen. Ze geven allerlei prima tips, maar soms kunnen we hen niet helemaal volgen:

  • als je maximaal rendement uit je warme truien wilt halen, ga je die dragen zodra het koud wordt. Maar Warmetruiendag is pas begin februari (in 2022 op vrijdag 11-2). Dan is normaliter de koudste periode van het jaar al geweest. En het stookseizoen begint natuurlijk al maanden eerder. Dus wacht vooral niet op hun jaarlijkse publiciteitscampagne, maar zet de start van je eigen warmetruienperiode veel eerder in je agenda. Wat dacht je van november?
  • één van hun tips is: “Duik in je meterkast. Wist je dat je je thermostaat heel makkelijk veel zuiniger kunt instellen?” Wij wisten niet dat er huizen zijn waar de thermostaat nog uit de kast moet komen. Die hoort daar natuurlijk helemaal niet. Onze tip: zorg eerst dat dat in orde komt, en kijk daarna op welke stand die staat en wat voor trui je aantrekt.

Meer over Warmetruiendag

7) De truc met het gordijn
gordijnen

Waarom gaat het bij duurzaamheid zo vaak over high-tech en innovatief? Is dat wel altijd de beste benadering? Wij kijken graag ook of het simpeler kan, en zien dan:

  • de productie van “ingewikkelde spullen” is vaak belastend voor het milieu en/of de mensenrechten aan de andere kant van de wereld;
  • ingewikkelder “spullen” zijn aan het eind van hun leven doorgaans lastiger circulair te verwerken;
  • simpele oplossingen houden de kosten veel lager. En ons streven is óók: een energietransitie die niets kost. Sterker nog, die juist geld oplevert. Dat zeggen we niet alleen om onze eigen portemonnee te sparen. Het is minstens zozeer om mensen over de streep te trekken die nu nog niet meedoen. Omdat ze denken dat het duur zou zijn. Of “nu eenmaal niks met milieu hebben”.

Voorbeeld: onze woonkamer. Daar hebben we dubbel glas uit de jaren ’70 of ’80, van vorige bewoners. En gordijnen tot op de vloer, met de radiator erachter. We besloten over te stappen op echt dikke gordijnen. Hoge kwaliteit, maar wel van de markt, dus heel betaalbaar.
En dan de lengte; daar zit de truc. Iedereen snapt: veel korter dan de vorige, zodat de radiator er niet meer achter verstopt zit. Maar zelden hoor je: vooral niet te kort. Want bovenaan moeten ze strak tegen het plafond. En onder lijken ze iets te lang, want ze rusten op de vensterbank, zodat ze daar goed afsluiten. Als je dan in de winter je hand achter het gordijn steekt, voel je de kou die daar keurig achter blijft hangen. En dat stimuleert ook om de gordijnen op tijd (of misschien net iets eerder dan normaal) dicht te doen.
Hierdoor hoefden we de oude ramen dus niet te vervangen. Echt dikke beglazing zou waarschijnlijk niet in het kozijn gepast hebben, dus er zou aan geklust moeten worden. Daarna onvermijdelijk schilderwerk. Kortom, de truc met het gordijn scheelt spullen, afval en geld.

Toch lees je deze keuze haast nergens. Ook op de site van Milieucentraal moet je er een beetje naar zoeken. En dan gaat het al gauw over zeer speciale gordijnen met aluminium coating. Vast heel goed, maar qua grondstoffen en hergebruik hebben we daar wel vraagtekens bij.
Als onze gordijnen ooit aan vervanging toe zijn, kunnen die nog heel goed terug naar de circulaire economie.
Dat gezegd hebbend: hier vind je de ‘gordijnenpagina’ van Milieucentraal

8) Kopen – terugverdienen – kopen – terugverdienen…  

Zonnepanelen waren inmiddels goedkoper en beter. We lieten er zes plaatsen, met een geschatte terugverdientijd van een jaar of zes. Hiermee kwam het totaal op negen voor elektra (PV) plus nog altijd die ene oude voor warm water.
Overigens: zonnepanelen hoef je niet per se te kopen. Milieucentraal legt uit welke alternatieven er zijn:

energielabel

En toen kwamen we in een dure periode. De vaatwasser ging stuk. Kort daarna ook de wasmachine. En toen de koelkast.
We kozen in alle drie gevallen voor de zuinigste apparaten. Die waren ietsje duurder dan gemiddeld (zou niet zo moeten zijn, maar…). We rekenen alleen die meerprijs bij onze investeringen in de energietransitie (want apparatuur vervangen zou je toch al doen). Voor alle drie samen komt dat op een paar honderd euro.

Voor de wasmachine hebben we lang gezocht naar eentje met een ‘inlaat’ voor warm water uit ons warmwaterpaneel (zonneboiler). Helaas niet gelukt.
Het rare is: voor de vaatwasser kun je dat wel zo kopen. Helaas staat die veel te ver van onze zonneboiler, dus die is aangesloten op de close-in boiler in de keuken.

En, o ja, helemaal vergeten: al in 2011 vervingen we alle gloeilampen door LED. Dat was toen vrij nieuw en daar betaalde je wel meer voor dan nu. Maar (zoals iedereen inmiddels weet) dat scheelt direct veel in je stroomverbruik.

In die periode passeren we een “magische” grens: ruim de helft van ons energieverbruik is inmiddels “verdwenen”. De jaarlijkse kosten zijn meer dan duizend euro lager. Van ooit € 1.965 naar € 940. Structureel.

9a) Weer een cv-ketel?

De cv-ketel werd oud en was aan vervanging toe. Uiteraard denk je dan: willen we nog wel een nieuwe? Ze gaan zo’n vijftien jaar mee. In ons geval zou het gaan over de periode tot 2031. Zijn we dan niet al lang van het gas af? Lopen we niet het risico dat we halverwege de levensduur van de cv met een achterhaald en inefficiënt ding opgescheept zitten? Kunnen we niet alvast aan de warmtepomp en/of infraroodpanelen? Veel uitzoeken en rekenen. Kijken. Praten. Bellen. Maar onze uitkomst is: gewoon weer een cv-ketel. Met als gevolg dat je de gasaansluiting voorlopig niet kunt afsluiten. Hoe erg is dat eigenlijk?

9b) Waarom nog steeds aardgas?
gaspit

Mensen die ons kennen, verbazen zich er wel eens over dat we nog stoken en koken op gas. Toch zijn er heel rationele redenen voor:

  • Vrijwel altijd betekent “van gas los” dat je veel meer stroom gaat gebruiken, voor warmtepomp, inductiekoken, etc. Maar de stroomvoorziening is een probleem. De netbeheerders kunnen het nu al niet aan. Allerlei belangrijke plannen (zoals nieuwbouw van huizen en bedrijven) kunnen hierdoor niet van start. Dus vanuit dat perspectief is het verstandiger om nog even door te gaan met gas, tot er voldoende capaciteit is. En dat gaat helaas nog jaren duren.
  • Van gas los gaan, heeft veel te maken met lokale omstandigheden. Bijvoorbeeld: is er restwarmte uit industrie of datacentra? Zo ja, op welke temperatuur? Daarom gaan gemeenten voor iedere woonwijk en elk dorp een gericht plan maken. Vrijwel alle experts zeggen: wacht dat eerst rustig af. Doe nu geen grote investeringen, want er komt misschien een oplossing voor je dorp of wijk die jouw eigen investering overbodig maakt. Zijn die gemeentelijke plannen eenmaal rond, dan kan het nog jaren duren voor ze ook echt gerealiseerd zijn. Zit je al die tijd in een soort wachtkamer? Ja en nee.

Wat intussen natuurlijk wel kan en zeker helpt: je gasverbruik zo veel mogelijk terugbrengen. Hoe lager dat is, hoe minder je in de toekomst hoeft af te nemen van de projecten waar de gemeente mee gaat komen.
Ons gasverbruik ging verder omlaag door een verrassing…

10) Andere thermostaat, wereld van verschil
tasje thermostaat

We hadden het nooit gedacht, maar het maakt enorm uit wat voor thermostaat je gebruikt bij je verwarming. Eerst vonden we het nog raar dat we een nieuwe “kregen” bij de nieuwe kachel. De vorige deed het nog prima. Die zat vast aan de muur in de woonkamer, zoals bij iedereen. Dat gold als normaal, maar inmiddels denken we: wat was dat eigenlijk raar. Want door een thermostaat vast te schroeven, bepaalt de temperatuur in die ene kamer of de kachel aan of uit gaat. Anders gezegd: je moet dan altijd de woonkamer stoken, ook als je daar helemaal niet bent. En overdag was dat stoken dus nooit afgestemd op ons, want wij zitten dan op kantoor/zolder, niet in de woonkamer.
Met de nieuwe thermostaat werd dat allemaal anders, want die zit nergens aan vast. Hij communiceert draadloos met de kachel.
’s Ochtends, ruim voor ons werk begint, zetten we de thermostaat op kantoor, draaien daar de radiator open en in de woonkamer dicht. Ruim voor het einde van kantoortijd keren we het om. Zo verhuist de thermostaat twee maal per dag. We stoken nog uitsluitend de ruimte waarin we ook echt zijn. Het open- en dichtdraaien is de cruciale factor. Dit punt draait dus om zowel een apparaatje als gedrag. Met die twee samen bespaar je veel gas en euro’s.

(Zul je altijd zien: tijdens zo’n wandelingetje met de thermostaat, glipte hij een keer uit onze handen en viel op de trap in stukken. Gelukkig konden we die weer in elkaar klikken. Maar voor de zekerheid hebben we sindsdien een schoudertasje voor de thermostaat )

Het uitgangspunt – alleen stoken waar iemand langere tijd is – passen we breder toe. Concreet: we stoken niet in de gang, toilet, badkamer of slaapkamer, en nauwelijks in de keuken. Ook dat scheelt natuurlijk in gasgebruik.
Badkamer en keuken zullen wellicht verbazing wekken. Maar onze ervaring is: de douche verwarmt ons snel genoeg. En in de kleine “gesloten” keuken, waar nog steeds een gasfornuis staat, wordt het door koken en bakken ook snel warm. Alleen bij vorst stoken we daar nog wel, maar heel kort. Daarbij ontdekten we: de gaspitten aanzetten verwarmt het keukentje veel sneller dan de radiator, omdat die verbonden is met de HR-ketel twee verdiepingen hoger.

11) Muren en deuren
schuifdeuren

Tientallen jaren geleden werd de open keuken “ontdekt”, om nooit meer weg te gaan. Recenter gingen velen de woonkamer uitbreiden in de tuin. Zo zijn (zeer) grote ruimtes ontstaan. Gevolg: zodra maar één persoon ergens in een hoekje van die ruimte gaat zitten (om te thuiswerken, gamen, of wat dan ook) wordt die hele ruimte verwarmd. Vanuit energie-oogpunt is dat natuurlijk niet optimaal. Maar – slinger van de klok – er is inmiddels ook een beweging de andere kant op.

Zo is er de comeback van schuifdeuren in de woonkamer. Vaak met veel glas, zodat het geheel licht en ruim blijft. Wellicht kiezen mensen voor schuifdeuren omdat ze mooi zijn, of omdat je daarmee ruimte creëert voor verschillende activiteiten tegelijk, die je niet in één ruimte wil hebben (thuiswerken… spelende kinderen…). Maar schuifdeuren kun je dus ook heel goed gebruiken om energie te besparen.
Als je toch weet dat je de hele avond aan de eettafel gaat zitten, waarom zou je dan ook de zithoek verwarmen? Of andersom: avondje op de bank? Dan heb je geen warme eethoek nodig. Het sleutelwoord is: compartimenteren.
In ons huis zaten nog schuifdeuren uit de jaren ’30, maar die stonden altijd open. Niet zo handig. Nu is het precies andersom: ‘dicht, tenzij…’

12) Doe meer met het weer!
zonverwachting

Koud? Warm? Nat? Soms wil je het weten voor je naar buiten gaat. Dus eerst even het weer checken. Een heel simpele variant daarop: voor je veel stroom gaat gebruiken, eerst even kijken of de zon (binnenkort) schijnt. Want dan leveren je zonnepanelen het meest op. En de (vaat)wasmachine kan best een paar uur eerder of later aan.
Weinig zon? Dan liefst niet alle apparatuur tegelijk aan, maar na elkaar.

Waarom bedachten we dit niet veel eerder? We hebben nu al jaren zonnepanelen. Toch legden we in ons hoofd nooit de simpele koppeling tussen het weerbericht en stroomgebruik.

De doorbraak kwam door de plug-in hybride auto. Toen we die een paar jaar hadden, werden de oplaadpalen in de buurt opeens een heel stuk duurder. Alle palen. Per direct. Een paar straten verder gingen mensen toen opladen vanuit een normaal geaard stopcontact van hun huis, met een fors verlengsnoer. Autofabrikanten waarschuwen om dat niet te doen, maar bij die buurtgenoten werkte het prima. Uiteraard met een wat dikkere verlengkabel en een goed werkende meterkast. Dat leek ons ook wel wat, dus wij hebben dat gekopieerd. Maar dan verhoog je natuurlijk wel het energieverbruik van het huis. Dus we bedachten: opladen liefst tijdens zon-uren. Zo ontstond dat eureka-moment: waarom niet bij alle stroompieken eerst even checken wanneer de zon schijnt. Dat gingen we doen. Gevolg: we zagen het opladen van de auto totaal niet terug in het jaarlijkse energiegebruik. Integendeel.
De totale kostendaling van al onze maatregelen is inmiddels opgelopen tot zo’n € 1.300 per jaar.

(En voor wie meer wil weten over de auto opladen via een normaal geaard stopcontact: de ANWB heeft een webpagina met voors en tegens; het verlengsnoer zien zij ook niet zitten. Wij doen er juist veel mee, maar werpen wel altijd eerst een strenge blik op de meterkast en stopcontact. Zo kunnen we ook opladen in andere landen, waar de publieke oplaadpalen niet zijn afgestemd op Nederlandse oplaadkabels en pasjes. Maar ook familie en vrienden in eigen land, die ver van een laadpaal wonen, weten inmiddels al dat we graag ons verlengsnoer door hun keukenraampje of schuur willen uitrollen.)

13) Invloed op gezondheid, op drie manieren

Onverwachte beloning voor iedereen die de kachel een graadje lager zet: het is voor veel mensen gezonder. Dit beweren wij uiteraard niet zelf, want we zijn daar geen expert in. Dit zegt de hoogleraar ecologische energetica en gezondheid van de Universiteit Maastricht. Hoezo gezonder?

Het is eigenlijk heel logisch: een lagere kamertemperatuur stimuleert je interne kachel, de vetverbranding. Deze hoogleraar, Wouter van Marken Lichtenbelt, noemt in dit verband ook doorbloeding, suikerhuishouding en ‘bruin vet’.
Lees zijn verhaal hier in dagblad Trouw.

dans in de kamer

Soms voelt een lagere temperatuur onaangenaam. En wat kies je dan? Toch maar de thermostaat ietsje hoger? Of luisteren naar… Erik Scherder; wie kent hem niet? Bekende mantra’s van hem zijn ‘bewegen, bewegen, bewegen’ en ‘zitten onderbreken’.
En dat zijn we gaan doen. Want daar warm je van op. Op allerlei momenten van de dag even ‘on the move’. Een paar minuten maakt al een verschil. Dat kan op zoveel manieren.
De ene keer haal je buiten een frisse neus (even naar de glasbak). De andere keer zet je muziek aan, waarop je wel ‘moet’ bewegen (salsa, funk, disco, hiphop). Ga helemaal los, op jouw manier: dans, fitness, aerobics, workout, of zomaar wat. Daar word je niet alleen warm van, maar ook vrolijker.
Erik Scherder weet welke hersenfuncties dat allemaal activeert. En hoe het je weerstand versterkt (zie zijn gratis videos of lees zijn boeken). Dus op dit punt grijpen ongekend veel positieve dingen in elkaar: klimaat, fysieke conditie en mentale toestand. Veel mooier kan haast niet.

Gezondheid is ook: frisse lucht. In ons oude huis zit geen ventilatiesysteem. Dus we moeten zelf de ventilatie in de gaten houden. Helemaal in combinatie met goed isoleren, ruimtes klein houden en deuren dicht.
Wij dachten dat we daar wel voldoende aan deden, want we merkten niks raars. En we spraken, door de jaren heen ook vooral met energie-experts, en die willen de noodzaak van ventilatie wel eens relativeren. Dankzij corona kwam er opeens veel meer aandacht voor ventilatie. Dat schudde ons wakker. Eindelijk. Dus we kochten een metertje. Dat was wel schrikken: het sloeg de hele tijd rood uit.
Sindsdien zijn we daar veel alerter op. En gebruiken we hierdoor weer wat meer gas. Hoe groot het verschil wordt, gaan we vanzelf ontdekken.
Tot nu toe blijkt dat we niet altijd naar buiten toe hoeven te ventileren. Vaak is het openen van de kamerdeur naar gang, trap en overloop al voldoende. Daar stoken we niet, dus de lucht van de warme kamer stroomt daar snel naartoe.
In België is het verplicht om zo’n metertje zichtbaar op te hangen in horeca, sportclubs, kapsalons en feestzalen. Voor de duidelijkheid: het gaat hier om een CO2-meter.
Vijf experts schreven er een verhaal over in Het Parool.

14) CO2-neutraal en Paris Proof
CO2 neutraal

Zelfs als je weinig of niets doet aan energiebesparing, kun je nog makkelijk CO2-neutraal worden. Dit klinkt sommigen vreemd in de oren, wellicht doordat ‘energiezuinig’ en ‘CO2-neutraal’ regelmatig in één adem genoemd worden. Maar het zijn twee verschillende dingen.
CO2-neutraal worden is heel makkelijk. Daarvoor kies je:

– a – echt groene stroom
Veel energieleveranciers roepen iets over ‘groen’ en ‘echt’, maar zijn nepgroen of zelfs helemaal niet groen. Gelukkig is er jaarlijks onafhankelijk onderzoek waarin je precies kunt zien hoe het dan wel zit. Het onafhankelijke bureau CE Delft voert dat onderzoek uit, in opdracht van Consumentenbond, Natuur&Milieu en WISE. Ook Greenpeace adviseert om je keuze voor een energieleverancier te baseren op dit onderzoek.

– b – betrouwbare CO2-compensatie
Dit kan soms als onderdeel van je contract met de energieleverancier (voorbeeld: Greenchoice. Als je leverancier geen compensatie biedt, is dat geen probleem. Want dan kun je dat regelen bij allerlei daarin gespecialiseerde partijen (zoals Climate Neutral Group, Nieuw Groen en Trees for All)
Bij deze firma’s kun je eventueel ook compenseren voor andere CO2 die je (in)direct produceert (door autoritten, kleding, vlees, vakanties… wat je maar wil).

Bij CO2 denken velen ook aan het Parijs Akkoord. Hebben wij nu, met al onze keuzes, ook de doelen daarvan gehaald? Typisch een vraag voor de Dutch Green Building Council (DGBC) die Paris Proof-rekenmodellen heeft ontwikkeld. Helaas meldde hun website nog geen variant voor de situatie kantoor-aan-huis. Toen we daar contact over opnamen, legden ze ons snel uit hoe we het toch konden berekenen. Dat bleek niet moeilijk en de uitkomst was: we scoren zo’n veertig procent beter dan nodig is voor Paris Proof (de berekening kunnen we desgevraagd toesturen). Dat is natuurlijk heel mooi. Ook omdat velen nog niet bezig zijn om Paris Proof te worden, dus de planeet heeft nog talloze partijen nodig die verder gaan dan wat internationaal is afgesproken.

15) Totale kosten/baten
Groener blog

Ons voorbeeld toont aan: slimme energietransitie levert geld op. Zelfs als de gasprijs laag is, maar uiteraard nog meer als die hoog is. Het hoeft helemaal niet (vele) tienduizenden euro’s per huis te kosten. Dat wordt vaak geroepen, dat schrikt mensen af (begrijpelijk!). Maar onze cijfers laten een heel ander beeld zien. Daarom ook zijn we deze serie begonnen. Misschien ook reden voor jou om dit verhaal aan anderen door te sturen(?)

In negen jaar hebben we € 6.450 uitgegeven. De veruit grootste post was € 3.800 voor zonnepanelen. We bespaarden in die jaren € 8.920. De totale baten komen hierdoor op € 2.470.
En de komende tijd?
De jaarafrekening van gas + elektra daalde van € 1.965 naar € 463. Dus we houden elk jaar € 1.500 over.

Dit zijn cijfers van vlak voor de grote energieprijsstijging die zich aan het eind van 2021 aandiende en veel mensen per januari 2022 voor de kiezen kregen. Maar… met zo weinig energieverbruik, merken wij daar niet veel van. Sterker nog, de prijs van de energie die we produceren (zon en wind) gaat hierin mee omhoog. Dus zo wordt die tegenvallende windmolen (zie paragraaf 10) misschien toch nog een succes.

Er speelt wel iets eigenaardigs door de cijfers heen: de opwarming van de aarde is in al die jaren gewoon doorgegaan. En terwijl we die juist willen tegengaan, werkt die in ons voordeel. Zelfs op twee manieren: minder stookkosten en meer opbrengst van de zonnepanelen.  

Had onze energietransitie niet veel sneller gekund, misschien zelfs in één jaar? Ja, had gekund. Dan hadden we veel eerder resultaat geboekt; goed voor de planeet.
Maar …
– a – we hadden dan niet gezien wat de effecten zijn van de keuzes, stap voor stap. En daardoor niet gemerkt dat allerlei populaire oplossingen niet nodig zijn. Dus we zouden dan een aantal “verkeerde” keuzes gemaakt hebben. Hoogstwaarschijnlijk hadden we dan duizenden euro’s aan een warmtepomp uitgegeven, nu niet.
– b – gedrag verander je niet ineens, dat gaat stap voor stap. Juist onze gedragskeuzes dragen veel meer bij aan het resultaat dan we vooraf dachten. En ze kosten niks.
– c – stapsgewijs betekent ook: kopen, terugverdienen, kopen, terugverdienen… Hoe preciezer je dat uitzoekt, begroot en uitsmeert in de tijd, hoe minder je de spaarrekening hoeft aan te spreken (of te lenen). (En uiteindelijk is het alleen nog maar terugverdienen, zonder uitgaven.)

In de reacties op ons verhaal (dank daarvoor!) kwam de suggestie om door te pakken, naar energieneutraal en energiepositief.
Dat willen we graag, maar dat vraagt ongetwijfeld een forse investering. Dat vinden we nu (jan. ’22) niet verstandig. Want de gemeente gaat nog energieplannen bekend maken, per buurt. Daar willen we in principe op aanhaken.
Tot die tijd kunnen we nog genoeg andere duurzame stappen te zetten.

Reageren?

Vragen en nieuwe inzichten zijn van harte welkom.

Wil je het verhaal liever horen?

Podcast koplopers schone energie

Beluister het interview met ons in de podcast Koplopers Schone Energie.

Energiezuinig leven staat bij ons niet op zichzelf. Het grotere doel is de zorg voor de planeet. Niet iedereen beseft: daar kun je veel creativiteit in kwijt. Daar wordt het leuker van. Doe inspiratie op via onze pagina MVO / SDG.

tulpen